Om het vruchtbaarheidsprobleem te verhelderen, worden verschillende onderzoeken voorgesteld.
Om de stress, veroorzaakt door de onderzoeken, te verminderen, raden wij u aan om alle vragen hieromtrent aan uw arts te stellen.
Onder de meest gangbare onderzoeken onthouden we:
Via dit onderzoek kan de specialist de anatomische organen bekijken (baarmoeder, eileiders, eierstokken) en eventuele letsels aan het licht brengen in de belangrijkste voortplantingszones.
Dankzij deze methode kan de evolutie van de follikels tijdens een spontane cyclus of een vruchtbaarheidsbehandeling worden gevolgd om te verhinderen dat er te veel groeien.
Het onderzoek duurt doorgaans 5 tot 10 minuten en is, in principe, pijnloos (wordt soms als onaangenaam ervaren door het intieme karakter ervan).
Tijdens de stimulatie van de eierstokken wordt het onderzoek uitgevoerd op verschillende dagen van de cyclus van de vrouw zodat de grootte van de follikels en het aantal ervan kunnen worden bepaald.
Er bestaat een variant op de 'klassieke' vaginale echografie: de waterecho. Door de injectie van een waterachtige oplossing in de baarmoeder kan de omtrek ervan beter worden bepaald.
Dit onderzoek wordt meestal uitgevoerd na een vaginale echografie en verstrekt aanvullende informatie over de kwaliteit van de baarmoederwand (met name om te zien of er baarmoederpoliepen zijn).
Het onderzoek vindt plaats in het ziekenhuis, tijdens de eerste week na het einde van de menstruatie. Eerst wordt er een katheter (kleine flexibele buis) in de baarmoederhals ingebracht; daarna wordt de sonde van de vaginale echografie in de vagina geplaatst. Tot slot wordt een zoutoplossing in de baarmoeder ingespoten, waardoor de arts de omtrek ervan kan bekijken. Tijdens deze procedure kunnen sommige vrouwen wat lichte samentrekkingen voelen.
Aan de hand van dit onderzoek is het mogelijk om de baarmoeder en de eileiders nauwkeurig te bekijken. Dankzij de combinatie van radiologische technologie en het radiologisch contrastmiddel dat in de vrouwelijke voortplantingsorganen wordt ingespoten, biedt de HSG een optimaal waarnemingsgebied.
Aan de hand van de hysterosalpingografie kan de arts bepalen of de eileiders doordringbaar, verstopt of afgesloten zijn. Ook het volume, de vorm en de structuur van de baarmoeder kan worden beoordeeld.
Dit onderzoek wordt vaak uitgevoerd op een radiologische dienst en duurt een vijftiental minuten.
Er wordt een speculum in de vagina ingebracht en daarna wordt de baarmoederhalsopening ontsmet (meestal met jodium). Vervolgens wordt er een kleine tang op de baarmoederhals geplaatst. Soms kan een licht knijpend gevoel worden ervaren.
Daarna wordt met behulp van een ander instrument een vloeibaar contrastmiddel op basis van olie of water in de baarmoeder ingespoten. Het traject van de vloeistof wordt via röntgenfoto's gevolgd, waarop de vorm en de structuur van de baarmoederholte te zien is en ook of de eileiders vrij of verstopt zijn. Na dit onderzoek kan het soms gebeuren dat de eileiders zich samentrekken. Dat is de reden waarom er pas een duidelijke diagnose kan worden gesteld als het onderzoek normaal verloopt. Een abnormale HSG wordt vaak gevolgd door een endoscopie om de eventuele afwijking te bevestigen of te ontkrachten.
Mogelijke bijwerkingen:
Mogelijke complicaties:
Soms wordt antibiotica voorgeschreven om alle soorten infecties als gevolg van de procedure te voorkomen. Sommigen raden ook aan om preventief een pijnstiller te nemen.
Bovendien zou een HSG positieve effecten kunnen hebben op de doordringbaarheid van de eileiders en in sommige gevallen kan dit onderzoek de goede werking ervan herstellen.
De hysteroscopie is niet alleen een onderzoek, maar kan soms ook worden aangewend om de steriliteit te behandelen.
Dankzij dit onderzoek kan de arts de baarmoederwand aandachtig bekijken en kan hij zien of er anatomische afwijkingen zijn (myomen, littekenweefsel, poliepen, cystes, verklevingen …).
Het onderzoek wordt ofwel in een ziekenhuis ofwel in een dokterspraktijk uitgevoerd. Het wordt kort na het einde van de menstruatie uitgevoerd om de baarmoeder beter te kunnen zien.
Met deze methode worden de eierstokken, de eileiders en de omliggende organen rechtstreeks onderzocht, om de werking ervan te beoordelen.
Deze procedure wordt meestal uitgevoerd als de arts endometriose (ontsteking van de baarmoederwand) vermoedt. Terzelfder tijd kan de arts zien of er littekenletsels (verklevingen) zijn of hij kan andere afwijkingen opsporen. Het voordeel van dit onderzoek is dat, als er endometriose wordt vastgesteld, de aandoening meteen kan worden behandeld.
Tijdens een endoscopie kunnen ook de eileiders rechtstreeks worden onderzocht. Door de inspuiting van een vloeibare kleurstof via de baarmoeder kan de arts zien of deze kleurstof in het uiteinde van de eileiders te zien is. Als dat het geval is, dan betekent dit dat de eileiders doordringbaar zijn.
Dit onderzoek wordt onder plaatselijke verdoving in een dagziekenhuis uitgevoerd. Een telescopisch instrument, zo dik als een potlood, wordt in de buikwand net onder de navel ingebracht. Daarmee kunnen de organen van de buik en het bekken worden bekeken. Voor een betere zichtbaarheid wordt de buik eerst lichtjes 'opgeblazen' met koolzuurgas. Met dit onderzoek kunnen niet alleen de organen worden bekeken, maar kunnen ook de eileiders worden getest.
Dit onderzoek wordt vaak gefotografeerd of op video opgenomen zodat de arts en de patiënte het later kunnen bekijken en de resultaten kunnen bespreken. Na de ingreep kan de patiënte gedurende een aantal uur misselijk zijn en/of buikpijn hebben. Er zijn twee kleine littekens als gevolg hiervan, maar die zullen snel vervagen. Er bestaat een matig risico op complicaties (bloeding of infectie).
De patiënte herstelt onmiddellijk en de normale activiteiten kunnen snel worden hervat.
In bepaalde gevallen is de baarmoederwand na de eisprong niet voldoende voorbereid op de innesteling van het embryo.
Tijdens een biopsie van het endometrium wordt een kleine hoeveelheid weefsel uit de baarmoederwand (endometrium) weggenomen en onder de microscoop onderzocht.
Dit onderzoek wordt meestal uitgevoerd als er sprake is van abnormaal bloedverlies.
In het geval van onvruchtbaarheid kan de arts hiermee nagaan of de baarmoederwand al dan niet normaal op progesteron reageert.
Het onderzoek, in de dokterspraktijk, heeft meestal drie tot zeven dagen vóór de menstruatie plaats. In de eerste plaats is het van belang om er zeker van te zijn dat de vrouw niet zwanger is.
Na het inbrengen van een baarmoederkatheter neemt de arts endometriumweefsel weg.
De procedure kan een bepaalde pijn of samentrekkingen veroorzaken. Wij raden u dan ook aan om een uur vóór de procedure een pijnstiller en een krampwerend middel in te nemen.
Het monster wordt naar het laboratorium gestuurd om de samenstelling van het weefsel te analyseren. Naargelang de resultaten wordt een hormonale therapie (progesteron of een ander hormoon) gestart om de kwaliteit van het endometrium te verbeteren.