Het kan moeilijk zijn om de diagnose te aanvaarden. Nochtans is het een belangrijke fase die u toelaat om terrein te winnen in uw zoektocht naar oplossingen.
Onvruchtbaarheid bestrijden kan uitputtend zijn. Niet alleen zit u op een emotionele roetsjbaan, u moet zich ook voortdurend aanpassen aan onbekende situaties - nieuwe artsen, nieuwe woordenschat.
Tijdens de diagnosefase wilt u zoveel mogelijk informatie over uw situatie hebben zodat u zich beter kunt voorbereiden op uw behandeling.
De informatie in dit deel zal u daarbij helpen. U vindt er een uitvoerige uitleg over de meest voorkomende diagnoses bij vrouwelijke onvruchtbaarheid, met de kenmerken, oorzaken en behandelingen ervan.
De belangrijkste oorzaken van vrouwelijke onvruchtbaarheid zijn de volgende:
Als het vruchtbaarheidsprobleem een hormonale oorsprong heeft, dan vertaalt zich dat vaak in problemen met de cyclus. In dit hoofdstuk hebben we het over de verschillende diagnoses die elk een hormonale oorsprong hebben.
Anovulatie is de medische term die wordt gebruikt om aan te duiden dat er geen eisprong plaatsvindt bij een vruchtbare vrouw. Vrouwen zonder eisprong kunnen echter wel menstrueren. Bij onvruchtbare koppels wordt de diagnose van anovulatie in 20 tot 25% van de gevallen gesteld.
Anovulatie vertaalt zich doorgaans in problemen met de cyclus, zoals amenorroe (het uitblijven van de menstruatie) of oligomenorroe (de tussenpozen tussen de menstruatieperiodes bedragen meer dan 35 dagen en minder dan 6 maanden).
Testen:
- Als een vrouw dagelijks haar basale lichaamstemperatuur bijhoudt en er treedt geen enkele lichte verhoging op in het midden van de cyclus, dan kan dit erop wijzen dat zij geen eisprong heeft.
- De afwezigheid van 'elastisch' baarmoederhalsslijm kan wijzen op het uitblijven van de eisprong.
Anovulatie kan worden veroorzaakt door meerdere factoren, waaronder hormonale stoornissen, de leeftijd en vroegtijdige menopauze. We onderscheiden 4 hoofdoorzaken:
Anovulatie kan zowel worden behandeld met medicatie als via een ingreep.
De meest geschikte behandeling hangt af van de oorzaak van de stoornis.
De gangbare behandeling is de inname van geneesmiddelen die de eisprong stimuleren. In de laatste plaats kan een behandeling via in-vitrobevruchting (IVF) worden overwogen. In geval geen enkele eicel (meer) voorhanden is, wordt er een beroep gedaan op eicellen van donoren.
Hyperprolactinemie is de overmatige productie van het hormoon prolactine door de hypopfyse. Hyperprolactinemie remt de werking van de hypothalamus en heeft op die manier een invloed op de eisprong.
Bij vrouwen zijn de symptomen van deze stoornis onder andere galactorroe (of tepelafscheiding: de productie van melk bij vrouwen die niet zwanger zijn) en anovulatie (het uitblijven van de eisprong).
Hyperprolactinemie kan door verschillende factoren worden veroorzaakt, zoals:
In de eerste plaats moet de oorzaak worden vastgesteld. Hoge prolactinegehaltes kunnen met behulp van een bloedtest worden opgespoord. Een grondiger onderzoek van de hersenen (MRI-scan) kan vereist zijn om een prolactinoom uit te sluiten.
De behandeling (geneesmiddelen of ingreep) hangt af van de oorzaak die wordt vastgesteld.
Micropolycystische eierstokken zijn lichtjes uitgezet met kleine cystes (holtes die met vocht gevuld zijn). Ze produceren weinig of geen eicellen en scheiden onvoldoende hoeveelheden hormonen af.
De aandoening kan zonder symptomen verlopen, maar kan soms gepaard gaan met symptomen zoals:
De diagnose kan worden gesteld met behulp van hormonale bepalingen en een endovaginale echografie.
Doorgaans produceren 'PCOS'-vrouwen te veel insuline, wat leidt tot een overproductie van androgenen. Door deze hormonale stoornis kunnen de follikels niet volledig rijpen en is er ook geen eisprong. De onrijpe eicel sterft af, maar de follikel kan zich vullen met vocht en zo ontstaan er cystes.
PCOS kan zich vertalen in een verdikking van de buitenwand van de eierstok, wat de eisprong kan ontregelen. Soms wordt er een elektrocoagulatie van de eierstokken uitgevoerd via een laparoscopie (drilling). Hierbij worden kleine oppervlakken op de eierstokken verbrand om hun hormonale werking te wijzigen. Met name de eerste maanden bestaat er een kans op een eisprong en dus een kans dat de cyclus zich normaliseert.
De luteale fase van een cyclus is de tijdspanne tussen de eisprong en het begin van de volgende menstruatieperiode. Na de eisprong wordt de lege follikel het gele lichaam genoemd. Dit gele lichaam produceert progesteron, een hormoon dat een essentiële rol speelt bij de innesteling en het behoud van een zwangerschap. Als dit hormoon in onvoldoende hoeveelheid wordt geproduceerd of als de luteale fase te kort is, dan hebben we het over 'luteale insufficiëntie' (LI).
Een behandeling met geneesmiddelen, om de eisprong te stimuleren, of een therapie op basis van progesteron wordt vaak voorgesteld.
De gebruikelijke leeftijd van de menopauze (het permanent stoppen van de werking van de eierstokken) ligt tussen 45 en 55 jaar. We spreken over vroegtijdige menopauze als de menopauze vóór de leeftijd van 40 jaar optreedt.
Vrouwen merken doorgaans de symptomen van de menopauze op, zoals stemmingswisselingen of plots beginnen zweten, maar het kan gebeuren dat ze geen enkel symptoom ervaren. De duur van de menstruatiecyclus kan veranderen of de cyclus kan zelfs volledig stoppen.
Een voorgeschiedenis van vroegtijdige menopauze in de familie moet aan de specialist worden gemeld omwille het erfelijke karakter ervan.
Vaak is er geen oorzaak voor de vroegtijdige menopauze. Toch moeten de volgende oorzaken in de eerste plaats worden uitgesloten:
Als een vrouw slechts een kleinere reserve van eicellen heeft, waardoor een naderende vroegtijdige menopauze wordt vermoed, dan is er geen tijd te verliezen en moet snel worden gestart met de behandelingen van de onvruchtbaarheid.
Als de eierstokken niet voldoende reageren op de medicatie en geen eicellen produceren, dan zal een eventuele zwangerschap slechts mogelijk zijn met eicellen van een donor.
Ook afwijkingen aan het voortplantingsstelsel kunnen voor een vruchtbaarheidsprobleem zorgen. Sommige zijn aangeboren, andere treden op een latere leeftijd op.
In dit hoofdstuk worden meerdere afwijkingen besproken die de vruchtbaarheid kunnen aantasten, met name afwijkingen aan de eileiders en de baarmoeder.
De verplaatsing van de eicel in de eileiders kan worden gehinderd door littekenverklevingen rond de eileider en/of de eierstokken. Een goede werking van de eileider is een essentiële voorwaarde voor een zwangerschap: als de eileider verstopt is, kunnen de eicel en de spermatozoïden zich niet meer verplaatsen. Ongeveer 15% van de vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen is toe te schrijven aan afwijkingen aan de eileiders.
De afsluiting van de eileiders kan aan het licht komen tijdens een hysterosalpingografie (HSG) of een laparoscopie met eileidertesten (LET).
Naargelang van de ernst van de letsels, kunnen er meerdere behandelopties worden overwogen.
Als beide eileiders verstopt zijn, dan wordt een ingreep met microchirurgie voorgesteld. Met deze techniek kan niet altijd een zwangerschap in de hand worden gewerkt.
Als er slechts één eileider verstopt is, dan kunnen de artsen geneesmiddelen voorschrijven om de eisprong te stimuleren.
Als deze behandelingen mislukken, dan blijft dé oplossing in-vitrobevruchting (IVF). Voor een IVF hoeven de eileiders niet in goede staat te zijn; de embryo's uit het laboratorium worden meteen in de baarmoeder geplaatst.
De ontsteking van het kleine bekken ('pelvic inflammatory disease' - PID) is een infectie van de hoger gelegen vrouwelijke voortplantingsorganen. Meestal is de oorzaak een vaginale infectie die zich uitbreidt tot de baarmoeder en de buikholte. Soa's zijn de belangrijkste oorzaak van opklimmende infecties. Deze complicatie kan de baarmoederwand, de eierstokken en/of de eileiders beschadigen.
PID kan verschillende symptomen omvatten:
Bij heel wat vrouwen worden oude modellen van spiraaltjes in verband gebracht met ontstekingen van het kleine bekken, met littekenweefsel in de eileiders, met schade aan de baarmoeder enz. Deze ontstekingen kunnen het gevolg zijn van bacteriën die in de baarmoeder zijn binnengedrongen tijdens het plaatsen van een spiraaltje.
Ook seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) worden in verband gebracht met PID. Een niet-behandelde chlamydia kan leiden tot permanente schade en uiteindelijk tot een PID.
Antibiotica worden het meest gebruikt om PID te behandelen. Naargelang de ernst van de aandoening kan een deel van het littekenweefsel (verklevingen) worden verwijderd via een laparoscopie of laparotomie. Als de baarmoeder beschadigd is, dan kan een hysteroscopie worden uitgevoerd.
Als de procedure mislukt, dan bestaat één van de oplossingen uit draagmoederschap.
Deze specifieke afwijkingen worden ook wel mulleriaanse afwijkingen genoemd. Een aangeboren afwijking aan de vagina of de baarmoeder kan het vermogen van een vrouw om zwanger te worden doen dalen of haar verhinderen om het embryo in haar te voldragen. Er zijn heel wat mulleriaanse afwijkingen: tweehoornige baarmoeder, geen baarmoeder of baarmoederhals, enz.
Naargelang van de ernst is het mogelijk dat vrouwen met een aangeboren afwijking geen enkel symptoom vertonen. Bepaalde vrouwen hebben mogelijk geen afwijkingen vastgesteld. Deze worden ontdekt tijdens een gynaecologisch onderzoek.
Bovendien zijn de eventuele symptomen niet enkel specifiek voor een aangeboren afwijking. Geen menstruatie of andere problemen van de cyclus kunnen meerdere oorzaken hebben en een aangeboren afwijking is er slechts één van. Ook pijn kan een signaal zijn.
Onderzoeken: Een gynaecologisch onderzoek van de vrouwelijke geslachtsorganen kan helpen bepalen of één van de vermelde afwijkingen aanwezig is. Er bestaan meerdere methodes om afwijkingen op te sporen, zoals de endovaginale echografie, hysterosalpingografie (HSG), laparoscopie of hysteroscopie.
De hier beschreven specifieke effecten zijn soms te wijten aan aangeboren (al dan niet genetische) afwijkingen of duiken op na een behandeling met geneesmiddelen.
In de jaren 50 werd diëthylstilbestrol (DES) voorgeschreven om miskramen te voorkomen. Jammer genoeg vertonen de dochters van patiëntes die dit geneesmiddel hebben gebruikt afwijkingen ter hoogte van de baarmoeder, de baarmoederhals of de vagina.
Soms bestaat er een oplossing voor een anatomische afwijking. De hysteroscopie is daar een voorbeeld van. Met dit onderzoek kan een baarmoedertussenschot of -septum worden verwijderd. Vaginale tussenschotten kunnen via een ingreep worden behandeld zonder ziekenhuisopname.
Naast operaties kan ook de medisch begeleide voortplanting een mogelijkheid zijn om de onvruchtbaarheidsproblemen te behandelen die door deze afwijkingen worden veroorzaakt.
De weefsellaag waarmee de baarmoeder is bekleed, wordt het endometrium of de slijmvlieswand van de baarmoeder genoemd. Het lichaam stoot het endometrium één keer per maand (menstruatiecyclus) af als de vrouw niet zwanger is. Soms groeit dit weefsel buiten de baarmoeder. Naargelang van de plaats van de letsels zijn de symptomen anders en kunnen ze gevolgen hebben voor de vruchtbaarheid.
Pijnlijke geslachtsgemeenschap en een overvloedige en pijnlijke menstruatie kunnen symptomen van endometriose zijn. In bepaalde gevallen gaan er echter helemaal geen symptomen gepaard met de aandoening.
Onderzoeken: Endometriose kan worden bevestigd en ook behandeld via endoscopie (laparoscopie).
De oorzaken van endometriose liggen niet voor de hand. In bepaalde gevallen lijkt de familiale factor verantwoordelijk te zijn voor het verstoorde evenwicht.
Naargelang van de ernst kan endometriose op verschillende manieren worden behandeld.
Het baarmoederhalsslijm wordt geproduceerd door de baarmoederhals. Als de kwaliteit of de kwantiteit van dit slijm ondermaats is, dan slagen de spermatozoïden er niet in om tot bij de eicel te komen.
Er bestaan niet echt symptomen. Een vrouw met een normale menstruatiecyclus kan in het midden van de cyclus wat meer witverlies uit de vagina opmerken. Maar deze verandering van het baarmoederhalsslijm is niet altijd te zien bij vrouwen met een eisprong.
Onderzoeken: Een postcoïtale test helpt niet alleen om de kwaliteit van het baarmoederhalsslijm te bepalen, maar ook de rol die het speelt bij koppels met vruchtbaarheidsproblemen.
Als het slijm te zuur is, worden alkalische vaginale douches (natriumbicarbonaat) voorgesteld.
Als de afwijking blijft, wordt een intra-uteriene inseminatie (IUI) uitgevoerd waarbij het gewassen sperma rechtstreeks in de baarmoeder wordt ingespoten.
Meestal spreken we over verminderde vruchtbaarheid als er nog geen bevruchting is opgetreden nadat er een jaar lang geslachtsgemeenschap is geweest zonder anticonceptie, wanneer de vrouw jonger dan 35 jaar is. Deze tussenpoos wordt verminderd tot 6 maanden als de vrouw ouder is dan 35 jaar.
Ondanks de vooruitgang van de wetenschap is het niet altijd mogelijk om een duidelijke reden te vinden voor vruchtbaarheidsproblemen. We spreken dan over idiopathische onvruchtbaarheid of 'onverklaarde verminderde vruchtbaarheid' (10 tot 20% van de gevallen van onvruchtbaarheid).
Het is mogelijk dat de emotionele problemen door de diagnose van onverklaarde onvruchtbaarheid moeilijk te overwinnen zijn. De koppels beginnen namelijk aan de onderzoeken in de hoop een diagnose en een oplossing te vinden.
In bepaalde gevallen aanvaarden sommige koppels de diagnose van onverklaarde onvruchtbaarheid niet en blijven ze verder zoeken naar de oorzaak van hun probleem.
Na de medische voorgeschiedenis te hebben doorlopen en de patiënt(e) lichamelijk te hebben onderzocht, worden de volgende onderzoeken uitgevoerd:
Voor vrouwen:
Voor mannen:
Net zoals de onderzoeken die worden uitgevoerd om de diagnose van een onverklaarde verminderde vruchtbaarheid te stellen, hangen ook de gebruikte behandelingen af van arts tot arts. Toch wordt vaak gebruik gemaakt van de volgende behandelingen: