Chirurgie bij vrouwen

De aandoeningen bij de vrouw die chirurgie vereisen, worden voornamelijk behandeld met de volgende ingrepen:

 

Laparoscopie

Een laparoscopie wordt uitgevoerd onder algemene verdoving en biedt artsen de kans om de buitenwand van de baarmoeder en de eileiders te bestuderen zonder de buik open te leggen. Aansluitend op de laparoscopie kan de chirurg ingrijpen bij verstopte eileiders, myomen in de baarmoeder of een hydrosalpinx (vochtophoping in de eileiders).

Werkwijze

De chirurg maakt ter hoogte van de navel een klein sneetje. Via die weg plaatst hij een lichtgevend buisje in de buik dat verbonden is met een camera. Vervolgens spuit hij koolstofdioxide in om de buikholte op te blazen. De chirurg kan op die manier de voortplantingsorganen observeren, eventuele problemen opsporen maar ook ingrijpen, mocht dat nodig blijken. In dat geval zal hij via sneetjes in de buikwand chirurgische instrumenten inbrengen om de letsels te behandelen. Als het letsel te groot is, zal de chirurg beslissen om tijdens een andere operatie in te grijpen.

Risico's

De eigenlijke ingreep moet onder algemene verdoving worden uitgevoerd. De mogelijke bijwerkingen luiden als volgt:

  • Pijn, overgevoeligheid en bloeduitstortingen op de buik.
  • Pijn aan schouders en buik veroorzaakt door achtergebleven koolstofdioxide.
  • Misselijkheid of hoofdpijn na de narcose.

Mogelijke complicaties

  • Beschadiging (bij 2 op 1000 gevallen) van andere inwendige organen (darmen, blaas, urethra): een nieuwe ingreep dringt zich dan op.
  • Longoedeem (vocht op de longen, eerder zeldzaam).
  • Ernstige bloedingen (hemorragieën) die soms een tweede ingreep nodig maken.
  • Hoge koorts.

Resultaten

De slaagkansen bij een laparoscopie variëren sterk naargelang de reden voor de ingreep. Bij vrouwen met ernstige afwijkingen van de eileiders, blijkt het doorgaans zinloos ze te herstellen via laparoscopie. Soms, bij verregaande schade, is het beter ze te verwijderen  en meteen met IVF te starten.

 

Hysteroscopie

Dankzij een hysteroscopie kan de binnenzijde van de baarmoederholte worden bekeken om zo potentiële afwijkingen vast te stellen (poliepen, verklevingen, myomen, misvorming ...). De arts kan eventueel beslissen om de afwijking tijdens het onderzoek te behandelen.

Werkwijze

Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder plaatselijke of algemene verdoving. Terwijl een diagnostische hysteroscopie in de spreekkamer van de arts gebeurt, zal een werkelijke ingreep, indien nodig, in een operatiezaal gebeuren.

De hysteroscoop, een lichtgevend buisje verbonden met een camera, wordt via de baarmoederhals (vooraf verbreed) in de baarmoeder ingebracht. Vervolgens wordt er een vloeistof of een gas ingespoten om de baarmoederholte te laten uitzetten en alles goed zichtbaar te maken.

Tijdens een operatieve hysteroscopie wordt er een grotere hysteroscoop geïntroduceerd zodat er chirurgische instrumenten kunnen worden gebruikt. Na de operatie kan er een Foley-sonde (flexibele darm) of spiraaltje in de baarmoeder worden geplaatst om te vermijden dat de baarmoederwanden vergroeien of littekenweefsel vormen. De sonde of het spiraaltje mag na enkele dagen worden verwijderd.

Risico's

Dit is geen pijnlijke procedure, maar kan volgende bijwerkingen genereren :

  • Pijn en overgevoeligheid in de buik.
  • Misselijkheid of hoofdpijn na de narcose.
  • Vaginale krampen of afscheiding.

Mogelijke complicaties

  • Beschadiging van inwendige organen (darmen, blaas, urethra).
  • Longoedeem (vocht in de longen, eerder zeldzaam).
  • Perforaties van de baarmoeder (de opening herstelt zich meestal vanzelf).
  • Ernstige bloedingen of hoge koorts (die de tussenkomst van een arts vereisen).

 

Chirurgie aan de eileiders

Aan de eileiders kunnen er diverse operaties worden uitgevoerd in de hoop de vruchtbaarheid te verbeteren. Hoewel ze over het algemeen de kans op een zwangerschap verhogen, is alleen uw gynaecoloog in staat de slaagkansen te evalueren.

Als de eileider intact is, kan de arts een ingreep uitvoeren om de functie te herstellen.

Als de eileider beschadigd, uitgerokken, verstard of verbreed is door de aanwezigheid van vocht (hydrosalpinx), zal die bij voorkeur worden verwijderd. Er zal u vervolgens logischerwijs een IVF-behandeling worden voorgesteld.

Afhankelijk van de soort ingreep kunnen deze operaties worden uitgevoerd aan de hand van een buikoperatie (laparotomie) of een endoscopie (laparoscopie).

Risico's

De risico's verschillen afhankelijk van de soort ingreep. In principe zijn de risico's bij een laparoscopie en een laparotomie gelijkaardig. De volgende symptomen kunnen na de operatie optreden:

  • Misselijkheid of hoofdpijn na afloop van de narcose.
  • Pijn, overgevoeligheid en bloeduitstortingen na de operatie.
  • Pijn in schouders en buik veroorzaakt door het koolstofdioxide geïnjecteerd tijdens de laparoscopie.
  • Dit soort ingrepen kan op lange termijn het risico op buitenbaarmoederlijke zwangerschappen of vergroeiingen vergroten.

Mogelijke complicaties (op korte termijn)

  • Beschadiging van inwendige organen (darmen, blaas, urethra) die een dringende chirurgische ingreep vereist (zeldzame complicatie: 2 tot 4 gevallen op 1000 procedures).
  • Trombose.
  • Ernstige bloedingen of hoge koorts (die de tussenkomst van een arts vereisen).

 

Chirurgische behandeling van micropolycystische eierstokken (PCOS)

Aan sommige vrouwen met het polycystisch-ovariumsyndroom, bij wie clomifeen geen uitweg bood omdat de eisprong niet kon worden hersteld, zal de arts de optie van een chirurgische ingreep (of een injectie met gonadotrofines) voorleggen.

De meest voorkomende chirurgische ingreep bij PCOS is  een laparoscopische elektrocoagulatie van de eierstokken: de eierstokken worden op een aantal plaatsen verhit met als doel hun hormonale activiteit te wijzigen (drilling).

Functie

Aansluitend op een laparoscopie prikt de chirurg met een verhitte naald of laserstraal kleine gaten in de buitenwand van het eierstokkapsel. Er voltrekt zich dan een hormonale verandering: het gehalte aan FSH (follikelstimulerend hormoon) stijgt en de kans bestaat dat er een dominant follikel verschijnt.

Sommige vrouwen krijgen hun eisprong definitief terug, anderen ovuleren kortstondig en hervallen dan terug in een situatie van anovulatie en nog andere vrouwen vertonen geen enkele reactie op de behandeling.

Risico's

Zoals bij elke andere operatie bestaat het risico op complicaties. Daarom wordt deze chirurgische behandeling enkel overwogen wanneer een behandeling met clomifeencitraat heeft gefaald.

Resultaten

Deze methode wordt nog niet op grote schaal gehanteerd omwille van haar ingrijpende aard en de nog ongekende gevolgen op lange termijn. Vooralsnog is de slaagkans, waarbij de eisprong  hersteld raakt,  vergelijkbaar met de slaagkans van een behandeling met gonadotrofines.